In Rotterdam was vandaag het onderwijssymposium. Een initiatief van D66 om dieper in te gaan op het thema onderwijs van nu en in de toekomst. Alle presentaties komen op de website van het onderwijssymposium te staan.

In Nederland, en eigenlijk in heel Europa, zitten wij namelijk met verschillende ontwikkelingen waar wij als maatschappij op moeten anticiperen. Denk bijvoorbeeld aan het digitale tijdperk waarin wij nu leven. Hoe moet het onderwijs nu worden ingericht en wat komt er dan allemaal bij kijken om de ontwikkeling van digitalisering zo optimaal mogelijk te kunnen benutten?

Opening onderwijssymposium
Thom de Graaf opende de dag met de koers van D66. De koers van D66 is simpel. D66 staat voor onderwijs. Daarnaast kwamen alle uitgangspunten van D66 naar voren hoe de partij denkt om te gaan met alle ontwikkelingen die nu spelen. Internationalisering, digitalisering, diploma’s, praktijkgericht onderwijs, afstandsleren, lekker lang leren, passend onderwijs, ouderparticipatie en de rol van de docent. Onderwerpen die op dit moment, maar ook in de toekomst gaan spelen.

Het symposium was vormgegeven met partijleden, gastsprekers en workshops. Om samen na te denken over deze kwesties. Hieronder licht ik graag twee gastsprekers uit die mij deze dag voornamelijk inspireerde.

Vice-President for Education & Operations
Anka Mulder, Vice-President for Education & Operations van de TU Delft, was één van de gastsprekers. Hoe gaat de universiteit om met deze ontwikkelingen en waar zien zij juist kansen? Mulder begon met het oplezen van een qoute: “We teach today’s students with yesterday’s knowledge, for a future we don’t know.” De realiteit die niet te veranderen valt, want onderwijs kan niet meteen aansluiten op de behoefte van het bedrijfsleven. Mulder vervolgde met dat professoren het geweldig vinden om hun expertise te delen met andere mensen. Dus dat het wel degelijk sneller kan. Deze mensen hoeven niet aangesloten te zijn bij de universiteit, maar betalen gewoon per les of periodiek. Uit publicaties blijkt ook dat mensen hier behoefte aan hebben. Maar er viel meer uit te halen. Daarom besloten zij MOOC’s op te stellen om bepaalde vakgebieden, maar ook specifieke deskundigheid aan te gaan bieden. Iedereen kan meedoen met deze lessen en daarnaast is er ook nog is belangstelling vanuit het buitenland. Mulder deed na haar verhaal een oproep naar de politiek om niet te veel te willen reguleren, maar juist eerst te ondersteunen, te faciliteren en ambitieus mee te denken met deze nieuwe vorm van onderwijs.

leerKRACHT
De tweede spreker was Jaap Versfelt. Versfelt kwam met een ontzettend inspirerend verhaal over hoe zijn kinderen hem vertelde dat het onderwijs in Nederland beter kon. Zijn kinderen kwamen namelijk regelmatig thuis met het verhaal dat er docenten waren die goed les konden geven, maar dat er ook docenten waren die dat niet zo goed konden. Na veel gezegd te hebben dat het waarschijnlijk aan zijn kinderen lag, besloot hij toch is onderzoek te gaan doen. Hij kwam erachter dat zijn kinderen al jaren het juiste verhaal vertelde. Bepaalde docenten werken niet effectief, didactisch slecht of hebben totaal geen feeling met de tijd waarin wij nu leven. Hij besloot er wat aan te gaan doen. Hij wilde op zijn minst proberen het een beetje beter te gaan maken. Versfelt gaf een goed betaalde baan op, om het onderwijs te veranderen. Hij werd geconfronteerd met de wetten van het onderwijs en besefte zich meteen dat dit een hele opgave zou gaan worden.

Elke dag een beetje beter
Versfelt kwam met een missie. Hij wilde erachter komen waarom er docenten zijn die het minder goed doen dan andere docenten. Want zo bleek uit zijn analyse, het kan wel degelijk beter. Met een onderzoek van McKinsey liet hij de politiek zien hoe andere landen om gaan met deze problematiek. In landen waar het onderwijs matig is en waar ze streven naar goed onderwijs is rust, reinheid en regelmaat nodig. In landen waar het onderwijs goed is, maar perfect moet is cultuurverandering noodzakelijk. Cultuurverandering in de zin van dat docenten gezamenlijk lesvoorbereidingen moeten maken, overleggen over hoe zij bepaalde vakken gaan geven en daarnaast dat zij elkaar durven aan te spreken op punten die verbeterd kunnen worden. Dit alles om de docent gemotiveerder te krijgen en kwalitatief beter te laten functioneren. Het kan al door hier twee uur per week  tijd aan te besteden. De voorwaarden zijn wel dat docenten dit moeten willen en dat de school hier ruimte voor moet geven en het faciliteert. Hij besloot vervolgens de stichting leerKRACHT op te richten en na drie jaar heeft de stichting al meer dan 200 scholen bereikt en het volgende doel is om de cultuur door te geven aan de PABO en lerarenopleidingen in Nederland. Om zo in de toekomst de kwaliteit structureel te zien verbeteren.

Een inspirerende dag om niet snel te vergeten.